Ventilatie

Vroeger was ventilatie niet nodig, door slecht sluitend schrijnwerk, het zolderluik, de rolluikkasten, etc., kwam er voldoende verse lucht de woning binnen.  Tegenwoordig worden de woningen veel beter geïsoleerd  en er is minder tot bijna geen energieverlies meer. Maar helaas gaat goede isolatie vaak ten koste van het binnenklimaat. De vervuilde lucht die binnen ontstaat kan de woning niet verlaten en een ongezonde woning wordt gecreëerd. Daarom is een goede ventilatie noodzakelijk om de toevoer van verse en gezonde lucht binnenshuis te garanderen. Er wordt dan ook steeds vaker apparatuur ontwikkeld die het binnenklimaat regelt waarbij rekening wordt gehouden met de eisen die gesteld worden aan het comfort en energieverbruik in woningen.

Er bestaan 4 verschillende ventilatiesystemen die zich onderscheiden op basis van de manier waarop ze de lucht gaan toe- of afvoeren. Het toe- en afvoeren van lucht kan op natuurlijke of mechanische wijze gebeuren. De natuurlijke toevoer gebeurt via regelbare roosters in ramen of muren in de droge ruimtes. De natuurlijke afvoer wordt geregeld via roosters in de natte ruimtes of verticale kanalen tot boven de daknok. Bij mechanische toevoer stuurt een ventilator de lucht via een kanalensysteem de woning binnen. Bij mechanische afvoer zuigt een ventilator de vervuilde lucht in de natte ruimtes af en stuurt ze via een kanalensysteem naar buiten. De doorstroom tussen de verschillende ruimtes gebeurt via doorstroomopeningen in binnendeuren en -muren.

De meest courant gebruikte systemen zijn systeem C en D. Het grootste verschil tussen de twee ligt in de toevoer van de lucht, aangezien ze beiden een mechanische afvoer gebruiken.  Systeem D zou een stuk energiezuiniger zijn dan systeem C doordat een groot deel van de warmte van de afgevoerde lucht gerecupereerd wordt om de koude toevoerlucht op te warmen, het maakt dus gebruik van een warmteterugwinningsysteem. De nadelen van een systeem D zijn echter niet te onderschatten. De lucht wordt via een kanalensysteem binnenin de woning gebracht en net daar ligt het probleem. De voorverwarmde lucht bevat veel meer bacteriën dan verse frisse lucht. Deze bacteriën zetten zich vast in de complexe kanalen en vervuilen de toegevoerde lucht nog meer.

Voor al deze problemen biedt ventilatie volgens systeem C de oplossing. Door de lucht rechtstreeks via de gevel, zonder vuile kanalensysteem, binnenin de woning te brengen, is de toegevoerde lucht vers en gezond. De kosten liggen een stuk lager en er is minder onderhoud voor nodig. Door dit natuurlijk systeem vraaggestuurd te maken, wordt er enkel geventileerd op het moment dat het echt nodig is en worden mogelijke energieverliezen weggewerkt. Binnenin de woning wordt de kwaliteit van het binnenklimaat opgevolgd via verschillende sensoren. CO2-, vocht- of temperatuurmetingen bepalen of de lucht binnenshuis voldoende gezond is, als het ondermaats is wordt er geventileerd tot de nodige niveaus worden bereikt en het voor u en uw gezin opnieuw aangenaam vertoeven is in uw vertrouwde omgeving.

Bron